DE LIEREMAN
OUD-TURNHOUT

Vertrekpunt is het bezoekerscentrum van Landschap De Liereman, Schuurhovenberg 43, Oud-Turnhout Afstand van de wandeling is 6,6 kilometer. Wandelknooppunten: 35 – 34 – 36 – 37 – 38 – 39 – 31 – 41 – 54 – 53 – 55 – 37 – 36 – 35. Landschap De Liereman in de Kempen (tussen Oud-Turnhout en Arendonk) is één van de oudste natuurgebieden van België. De bossen, heide, graslanden, stuifduinen en vennen maken van Landschap De Liereman een uniek natuurgebied in Europa. De Kempense biotopen zijn al eeuwenlang een thuis voor de wulp, de nachtzwaluw, de klokjesgentiaan en de rugstreeppad. Tijdens je wandeling tussen kurkdroge landduinen en kletsnatte veenmoerassen kom je ook schapen en wilde konikpaarden tegen. Vroeger lieten boeren hun schapen grazen op de uitgestrekte woeste gronden. Ze staken de toplaag van de bodem af als mest voor de akkers en wonnen turf als brandstof uit de moerassen. Het resultaat was een open en gevarieerd heidelandschap dat eeuwenlang de Kempen typeerde. Ook voor erfgoed is De Liereman een topper. 12.000 Jaar geleden gebruikten jagers de duinengordel als kampplaats en de vele vuurstenen voorwerpen geven het gebied een archeologische waarde. Halverwege de negentiende eeuw ging het heidelandschap sterk achteruit. Maar dankzij de vrijwilligers en het Europese natuurprogramma ‘Life’ werden grote oppervlakten heide, duin en bloemenrijk grasland hersteld. LIFE Liereman - één van de grootste natuurherstelprojecten in Vlaanderen – werd in 2010 succesvol afgerond. Het project is een goed voorbeeld van win-winsituatie voor mens en natuur en heeft voor een sterke impuls in de Turnhoutse Kempen gezorgd. Dankzij Life Liereman is er een belangrijke toename van kwaliteitsvolle bos-, heide- en graslandhabitats in De Liereman waarvan soorten zoals rugstreeppad, heikikker, nachtzwaluw, boomleeuwerik en beenbreek geprofiteerd hebben. Daarnaast is de bezoekersinfrastructuur enorm verbeterd voor de 80.000 bezoekers die het gebied jaarlijks bezoeken. Voor het beheer zorgen vrijwillige medewerkers, groepen en scholen, de terreinploeg en zeven landbouwers. Zij zorgen voor het hooi- en graasbeheer van 92 hectare. Tot slot zorgt het gebied voor een enorme waterbuffering en de opslag van grote hoeveelheden CO2 in het veen en de vegetatie.